Afbeelding

Portret … van een wonderlijk reisje naar een lieflijk dorpje

reizen

Als het kon, zou ik het liefste altijd in de nabijheid van water vertoeven. Aan een meer, een rivier, de zee of zelfs een beek geniet ik ten volle van het soms kalme, soms onstuimige vocht. Ik weet niet hoe dat komt, het heeft gewoon een geweldige aantrekkingskracht op mij. Ik ben daarom zeer blij met de Schelde, die zo dicht bij mijn dorp stroomt. Een wandeling vlak naast deze rivier vind ik heerlijk, maar nog liever dan ernaast te stappen, volg ik de mooie loop in een boot.


Sinds het bestaan van de ‘Waterbus’ doe ik dat regelmatig. Eerst van Hemiksem naar het Steenplein en dat vooral om de drukte van de rit met de tram te vermijden. Niet wachten op de tram, die vaak te laat komt, geen verkeerslichten, geen opeenstapeling van mensen. Nee, rustig glijden over het water in een gemakkelijke stoel en genieten van het voorbijkomende landschap op de beide oevers. Op een halfuur sta je midden in de stad, pure luxe.


De tocht is nog interessanter geworden door de uitbreiding van het noordelijke Scheldetraject. Dat biedt in de eerste plaats een geweldig voordeel voor mensen die in de haven werken, maar heeft ook al veel ‘toeristen’ aangezet om een bootreisje naar Lillo te maken. Dat men er in groten getale naartoe trekt, heeft men daar ondertussen ondervonden. Een cafébaas heeft zelfs zijn zaak overgegeven, omdat hij de drukte niet aankon. Eigenlijk wou hij daar rustig zijn dagen slijten, maar dat was buiten de grote toeloop gerekend. Daar waar vroeger maar enkele mensen dit kleine dorpje bezochten, stromen er nu om het halfuur massa’s binnen.


Op een mooie donderdag waren mijn echtgenoot en ik ook van de partij. Voor 8 euro (dat is wat je betaalt als 65-plusser) maakten we een bootreisje van 1,5 uur van Hemiksem naar Lillo. We zagen bekende herkenningspunten van Hoboken, de skyline van Antwerpen, St.-Anneke op Linkeroever en daarna de indrukwekkende haven. We stopten op verschillende plaatsen en vooral in het havengebied viel het ons op hoeveel passagiers gebruikmaakten van dit vervoermiddel.


Het anderhalf uur was zo voorbij en na over een lange loopbrug te hebben gestapt, kwamen we in het piepkleine, maar pittoreske Lillo. Eigenlijk is de correcte naam Lillo-Fort, want het dorpje, waar een dertigtal mensen wonen, is gevestigd op een fortdomein. Al snel merkten we het Poldermuseum op. Dat hebben we niet bezocht, maar daarvoor keren we zeker nog eens terug. Naar het schijnt, krijg je daar een mooi beeld van de polderdorpen, die moesten verdwijnen voor de uitbreiding van de haven. Wij wilden nu eerst het dorpje eens verkennen en ja, als je even rondwandelt, merk je direct dat Lillo op fortgebied staat. De kazerne en het kruitmagazijn zijn daarvan de bewijzen. Na een kleine verkenningstocht (dat moet een volgende keer ook nog uitgebreider gebeuren!) zochten wij snel een plaatsje op het gezellige terrasje van ’t Pleintje. We hebben daar wat gegeten en gedronken en vooral de gemoedelijke sfeer opgesnoven. Voldaan keerden we daarna op onze stappen terug. Onderweg trok het kleine haventje onze aandacht nog en ook het bankje vanaf waar je naar de Schelde kunt kijken. Haventje, dorpje, terrasje, bankje … ik bespeur dat ik geneigd ben om alles daar te benoemen met een verkleinwoord, omdat het zo lieflijk aandoet.



Vroeger moet het er wel anders geweest zijn, want ik las dat er ooit een garnizoen van Napoleon aanwezig was met kanonnen en paarden om de Schelde te verdedigen toen de vloot van Bonaparte in Antwerpen lag.


’t Kan verkeren’, zei Bredero!!!!


Annie Poelmans

Afbeelding
Afbeelding