Deugddoend dutje cover
Deugddoend dutje cover

Deugddoend dutje

Gelukkig gezond

Heb je ook zin in een dutje kort na de middag? Een dutje doen is dan heel verleidelijk, maar is het ook een goed idee? Helpt zo’n hazenslaapje je om daarna energiek de dag voort te zetten? Ja, maar er zijn een aantal voorwaarden aan verbonden.

1. Doe het alleen als je overdag slaperig bent
Slaperigheid is niet hetzelfde als moe zijn. Moeheid is wat je voelt bijvoorbeeld na een drukke dag op het werk. Je kan je niet meer concentreren, je hebt een vol hoofd. Doe dan iets wat je ontspant, bijvoorbeeld een wandeling maken. Slaperigheid is het tegenovergestelde van wakker zijn. Als je slaperig bent, kun je jezelf moeilijk wakker houden. Dan heeft een dut wel zin. Uit onderzoek blijkt dat als je slaperig bent, je hersenactiviteit verandert en er in delen van je hersenen microslaap ontstaat. Daardoor verslapt je aandacht en vermindert je prestatievermogen. Je haakt af. Dat is niet gezond. Een dutje brengt je heel even in slaapmodus, waardoor een deel van die slaapnood wordt afgebouwd. Dat maakt je opnieuw alert en geeft je weer energie voor de rest van de dag.

2. Dut nooit langer dan 20 minuten
Anders bestaat de kans dat je overdag in diepe slaap gaat. Een lange dut verfrist niet. Dan word je wakker met het gevoel dat een vrachtwagen je overreden heeft. Te lang slapen kan ook slaap wegpikken uit de nacht. Daardoor heb je een minder kwalitatieve nachtrust en word je overdag weer slaperig. Als je dan te lang dut, zit je in een vicieuze cirkel. Om zeker te zijn dat je niet te lang slaapt, zet je best een wekker of timer.

3. Kies het juiste moment
Het ideale moment voor een dut is tussen 12 uur ’s middags en 15 uur. Laat ook minstens acht uur tussen het einde van de dut en het moment dat je ’s avonds in je bed kruipt.

4. Doe het liggend in daglicht
Als je zittend op de bank dut, blijft je lichaam in een actieve modus. Liggen lijkt volgens onderzoek beter. Doe het echter niet in je bed, omdat je brein dat associeert met langer slapen. Het is ook aan te raden om niet in het pikkedonker te dutten. Zo word je makkelijker spontaan wakker.

5. Maak er geen dagelijkse gewoonte van
Zorg altijd eerst voor je nachtslaap. Als die kwalitatief is, als je minstens 7 à 8 uren slaapt volgens je eigen bioritme, dan is de kans dat je overdag slaperig wordt, klein. Dan heb je ook geen nood aan een dut. Mensen die veel dutjes nodig hebben, lijden vaak aan slaapapneu, wat gevaarlijk kan worden. ’s Nachts bewust minder slapen, omdat je overdag toch dutjes kan doen, is een slecht idee. Dat lost niets op en vermindert uiteindelijk de gezondheid.

6. Overschat het effect niet
Soms lijkt het of een dut de oplossing voor alles is. Die kan helpen om beter te functioneren, of je geheugen een boost te geven. Alleen als je slaperig bent, heb je die dut nodig, maar het is geen zaligmakend middel. Begin met de nachtslaap. Die is het belangrijkste.

dr. pharm. Paul Nijs