Afbeelding

Geef ons heden ons dagelijks brood

De postiljon rijdt voor

Het Paternoster is zonder meer het meest verbreide christelijke gebed. Het dateert uit de eerste eeuw. Jezus Christus zou Zijn leerlingen het Onzevader aangeleerd hebben. Wij leerden het van onze ouders en gaven de woorden uit de Bergrede door aan onze kinderen. In de officiële spelling schrijf je het in één woord, maar katholieken, orthodoxen en protestanten geven de voorkeur aan twee woorden. We staan even stil bij het Gebed des Heren.


Een bede om brood
De symboliek van het brood is duidelijk aanwezig: brood dat nodig is om te bestaan, het brood voor de volgende dag. Die dag die komen zal, verwijst naar de leer van de laatste dingen. Bij Zijn hemelvaart beloofde Jezus Zijn volgelingen dat Hij zou terugkeren. Hij zou zelfs oordelen over levenden en doden. Ook de islam kent een sterk geloof in de eindtijd. De profeet Isa (Jezus) en/of de volgelingen van de profeet Mohammed, de Mahdi, zullen naar de aarde terugkeren op een door Allah gekozen moment. In het jodendom wordt de eindtijd het ‘einde der dagen’ genoemd. In de Thora, de basis van het joodse geloof, verschijnt de zin meerdere keren. Het idee van een Messiaanse tijd heeft een prominente plaats in het joodse denken en wordt gezien als onderdeel van het einde der dagen. De Maya’s daarentegen spreken over de laatste dag uit de Mayakalender. Wetenschappers stelden deze op de gregoriaanse datum 21 of 23 december 2012. Sommigen gingen ervan uit dat op een van die dagen een apocalyptisch einde aan de wereld zou komen.


De vierde bede in ons gebed is een bede om brood. Schijnbaar weerspiegelt deze bede de bittere armoede van de dagloners in Palestina en hiermee de ellende van al wie in deze wereld hongerlijdt en behoeftig is. De bede om brood vindt zijn wortels in de specifieke leefomstandigheden van Jezus’ leerlingen. Wie met Jezus door het land trekt, weet ’s morgens niet waar hij ’s avonds zal overnachten. Hier geldt de regel uit Mattheus 8,20: “De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan Zijn hoofd nergens te ruste leggen.”


Brood en spelen
Zowat 30.000 jaar geleden begon men brood te bakken. Met een steen kneusde men graankorrels. Men voegde water toe en maakte een brei. Die werd gekookt, in de zon gelegd of gebakken op een steen. Deze bereiding vinden we vandaag nog terug. In Mexico heb je de tortilla, in India de roti’s en in het Midden-Oosten de pita. De eerste broden, gemaakt door spontane fermentatie, net zoals bij het eerste bier, komen uit Egypte. Het bewust gebruiken van zogenaamde ‘starters’, gist, zuurdesem of bier, kwam later.



Kasteelbrood Bakkerij Raphaël


Wie voor de kost zorgt, is een broodwinner. Juvenalis, een Romeinse dichter, dreef de spot met de oppervlakkige heersers die alleen maar oog hadden voor ‘brood en spelen’. Wittebrood was er voor de rijken. Arme mensen aten brood of koek dat geen tarwe bevatte, maar rogge, haver, gierst of boekweit. In Vlaanderen werd het brood gezegend. Mijn moeder maakte een kruisteken op het brood en zette het tegen de borst. Pas daarna sneed ze de boterhammetjes.


Bronnen: www.kuleuven.be; Peter Scholliers, Brood. Een geschiedenis van bakkers en hun brood, 2021; Wikipedia


Foto’s: Bakkerij De Castro © MHK; Kasteelbrood van Bakkerij Raphaël © F. Van Roosendael


Dirk Brentjens


Afbeelding