Afbeelding
Werken Scheldetunnel gestart cover

Werken Scheldetunnel gestart

Gewikt en gewogen

Elke fiere stad heeft een brug om trots op te zijn en die herhaaldelijk in promotiefilmpjes een rol speelt. Een brug over een rivier is altijd een herkenningspunt. Parijs heeft zelfs … bruggen over de Seine. In Antwerpen wordt gekozen voor tunnels. Dat is voordeliger, naar het schijnt, en stoort alvast de scheepvaart niet. Na de Waaslandtunnel (Konijnenpijp), de Kennedytunnel en de Liefkenshoektunnel krijgt Antwerpen binnenkort een vierde alternatief om de Schelde te kruisen: de Scheldetunnel, waarschijnlijk het spectaculairste onderdeel van de Oosterweelverbinding.

De Scheldetunnel verbindt de linker oever van de Schelde met de zuidelijke haven en het Eilandje. Op Linkeroever sluit de Scheldetunnel aan op het knooppunt van de Ring met de E34 (richting Knokke). Deze tunnel gaat onder de grond tussen het natuurgebied Blokkersdijk en het Sint-Annabos. Op de rechter oever komt de tunnel boven bij het Noordkasteel waar hij aansluit op het Oosterweelknooppunt dat verzonken ligt in het landschap. Hij wordt 1,8 kilometer lang, heeft drie rijstroken in elke richting en ook fietsers en voetgangers (in tegenstelling tot de andere tunnels) kunnen de tunnel nemen dankzij een afzonderlijke koker.

De bouw van deze tunnel is waarschijnlijk het spectaculairste onderdeel van de Oosterweelverbinding, een ongezien huzarenstukje zeggen insiders. Met deze Scheldetunnel moet de verkeersdruk op de (zuidelijke helft van de) Ring en in de Kennedytunnel verlicht worden en dat is zeker welkom.

Het ontwerp van de Oosterweelverbinding brengt de Ring meer in harmonie met haar omgeving. Op sommige plaatsen verdwijnt de Ring in een tunnel, zodat delen van de Ring kunnen overkapt of verdiept worden. Het wegverkeer rijdt zo onder de grond, waardoor er een zee van ruimte ontstaat voor parken, speelpleinen, fiets- en wandelpaden. Waar er (voorlopig?) nog geen overkappingen gepland zijn, komen er groene bermen die het geluid verminderen en de Ring uit het zicht houden. Het is een ingreep waarover ondertussen al ruim 25 jaar geruzied is met voorstellen, tegenkantingen, rumoerige actiegroepen met alsmaar nieuwe vertragingen als gevolg. Uiteindelijk is er een compromis uit de bus gekomen dat nu ontwikkeld wordt en dat er – om eerlijk te zijn – veelbelovend uitziet.

Hoe wordt de Scheldetunnel gebouwd?

In Zeebrugge bouwt men tunnelelementen in een droogdok. Elk element is een betonnen kist, die aan de voor- en achterzijde afgesloten wordt. Eens alle elementen afgewerkt zijn, pompt men water in het droogdok. De elementen beginnen te drijven als enorme schoendozen, caissons. De dijk van het droogdok wordt doorgestoken en de drijvende tunnelelementen worden met sleepboten over de Schelde naar Antwerpen getrokken. Op locatie worden de elementen afgezonken in de bodem van de rivier bij het kenteren van het tij (tussen eb en vloed). Afzinken doe je door water in de ballasttanks van het tunnelelement te brengen. Zo daalt het betonnen tunnelsegment af in een uitgebaggerde sleuf van de rivier. Elk tunnelelement rust dus in de bodem, niet op de bodem. Het afzinken is inderdaad millimeterwerk. Eens de elementen afgezonken zijn, worden de tussenschotten weggenomen. In tegenstelling tot de Westerscheldeoeververbinding tussen Vlissingen en Terneuzen wordt de Scheldetunnel geen geboorde tunnel, maar bestaat die uit afgezonken tunnelcaissons. Speciale dichtingen zorgen ervoor dat de elementen naadloos aan elkaar worden gezet. Dirk Brentjens

Het is een werk van lange adem. Ondertussen is al wel gestart met het maken van een bouwkuip op zowel Linker- als rechter oever. Volgend jaar is de tunnelmond Linkeroever klaar voor aansluiting van het eerste tunnelelement en kunnen de baggerwerken in de Schelde volgen. In 2027 zal de Scheldetunnel klaar zijn en worden nog een reeks veiligheidstesten uitgevoerd. De opening voor het publiek is gepland in 2030.

Freddy Michiels