Afbeelding
Laat de verveling eens wat vaker toe – In gesprek met dr. Luc Swinnen cover

Laat de verveling eens wat vaker toe – In gesprek met dr. Luc Swinnen

Gezondheid

Geen betere periode dan de zomer om ‘dolce far niente’ als leuze te hanteren. Niets moet, zalig niks doen is de boodschap! En daarvoor krijgen we steun uit onverwachte hoek. Zo houdt dokter Luc Swinnen een pleidooi om die verveling wat vaker toe te laten, want het heeft niets dan voordelen voor ons brein.

Verveling is goed voor het menselijke brein?

“Dat klopt. Om dat te begrijpen moet ik eerst een aantal zaken over ons brein vertellen. Zo dacht men vroeger dat ons brein uit een reeks aan- en uitknopjes bestond. Vandaag weten we dat dit niet zo is. Ons brein bestaat uit netwerken van cellen die met elkaar communiceren. Die hersencellen zijn fragiel. Bij ouderdomsziekten zoals dementie treedt bijvoorbeeld een verval van dendrieten en neurale verbindingen op. Tegelijk is ons brein een stuk flexibeler dan sommige mensen denken.”

Hoe bedoelt u?

“Vroeger waren wetenschappers ervan overtuigd dat bepaalde functies van ons brein in bepaalde vaste gebieden vergrendeld lagen. Als die gebieden beschadigd raakten, verloor je ook de desbetreffende functie. De realiteit blijkt deze theorie tegen te spreken. Als iemand bijvoorbeeld door een hersenbloeding een beschadiging oploopt, nemen andere gebieden van de hersenen die taken deels of volledig over. Dit wordt mogelijk omdat, zoals recent onderzoek aanwijst, ook volwassenen nog altijd nieuwe hersencellen aanmaken.”

Ons brein bestaat dus uit verschillende netwerken?

“Inderdaad, ons brein bestaat uit heel veel verschillende netwerken, ik wil graag even op drie ervan focussen. Uiteraard zijn er geleerde benamingen voor, maar ik noem ze ons rustnetwerk of offlinenetwerk, ons aandachtsnetwerk of onlinenetwerk waarbij we focussen op onze taken en ons schakelnetwerk dat ervoor zorgt dat we tussen het on- en offlinebrein kunnen switchen. Het was Marcus E. Raichle, een Amerikaanse neuroloog, die het rustnetwerk of offlinenetwerk ontdekte. Toen hij tijdens een onderzoek mensen onder een scanner legde en hun hersenactiviteit onderzocht, bleek dat ze – hoewel zij niets mochten doen – toch een netwerk van hersencellen activeerden.”

Hun brein was dus niet in rust?

“Neen, helemaal niet, vandaar dat ik die term wat misleidend vind. Als je brein offline gaat, een term waarvan ik meer hou, ben je nog altijd erg hard aan het werk. Het veronderstelt dat we de omstandigheden creëren om de voortdurende gedachtestroom in ons brein even stil te leggen en onze aandacht naar binnen te richten. Een speciaal soort meditatie die je veerkracht vergroot, je creativiteit bevordert en je empathie een boost geeft – drie zaken die we in deze uitdagende tijden maar al te goed kunnen gebruiken.”

“Creativiteit heeft rust en tijd nodig. Niemand kan op bevel creatief zijn.”

Hoe maakt ons offlinebrein ons creatiever?

“Wanneer ons brein offline gaat, piekt onze creativiteit. We associëren namelijk ongehinderd de ene ervaring met de andere, en dat bevordert ons creatieve denken. Creativiteit heeft rust en tijd nodig. Niemand kan op bevel creatief zijn. Creativiteit vereist dat we even offline gaan en aandacht hebben voor interne ervaringen. Tijdens periodes van maximale creativiteit zijn we niet meer in staat ons echt op onze taak te focussen. We laten los en juist dat maakt het mogelijk een nieuwe kijk op de dingen te ontwikkelen en op die manier begrijpen we ook anderen beter.”

Ons offlinebrein bevordert ook onze empathie?

“Een goed inzicht in het authentieke ik bevordert ons inlevingsvermogen in andere mensen. We kunnen hun gedrag begrijpen en soms zelfs echt voelen. Een baby lacht wanneer er iets leuks wordt verteld en leert te huilen als er iets misgaat. Al snel begrijpt hij wat anderen bedoelen, ook al begrijpt hij de inhoud van hun woorden nog niet voor de volle honderd procent. Hij imiteert het gedrag van zijn ouders. Door associaties of ervaringen leren wij al vlug na onze geboorte anderen te begrijpen en hun gedrag te voorspellen. In een later stadium kunnen we dan inschatten hoe anderen denken en wat ze voelen.”

Maar dat is nog geen empathie?

“Inderdaad, daarna leer je praten en ook dat is niet het eindpunt. Er volgen steeds meer ervaringen en associaties die het offlinebrein legt. We leren daardoor alsmaar beter de verschillen tussen mensen te begrijpen, wat onmisbaar is voor een goede sociale interactie en echte empathie. Alles wat we in dit leven willen bereiken, is een interactie IK-JIJ-WIJ. In die interactie hebben we ons offlinebreinnetwerk nodig. Dat reageert immers vooral op de inhoud van het denken van een ander. Een van de belangrijkste mijlpalen van de ontwikkeling van ons brein is beseffen dat anderen overtuigingen over de wereld kunnen hebben die niet overeenstemmen met de onze.”

Waarom vormt dat zo’n mijlpaal?

“Omdat het ons de gelegenheid geeft een probleem eens vanuit het perspectief van de andere te bekijken. Dat is een cruciale vaardigheid voor constructieve interacties tussen mensen. Uitdagingen zoals goede communicatie, leidinggeven, coachen en de eerder genoemde empathie kunnen allemaal gemakkelijker verlopen dankzij het offlinenetwerk.”

“We rennen de hele dag van hot naar her. Zelfs onze zogenoemde ‘vrijetijd’ staat vaak barstensvol gepland. Je brein krijgt nauwelijks de tijd om offline te gaan, met alle gevolgen van dien.”

Waarom gaan we dan niet vaker offline?

“Wij moderne mensen willen altijd actief zijn. We hebben ons omringd met apparaten die onze aandacht voortdurend opeisen. Zo zitten we naar schatting gemiddeld elf uur per dag voor het ene of andere beeldscherm. Niet alleen die moderne technologie zorgt ervoor dat ons brein nauwelijks tot rust komt, we moeten ook zelf in de spiegel durven te kijken. We rennen de hele dag van hot naar her. Zelfs onze zogenoemde ‘vrijetijd’ staat vaak barstensvol gepland. Je brein krijgt nauwelijks de tijd om offline te gaan, met alle gevolgen van dien.”

Ons onlinebrein zorgt ervoor dat we gefocust zijn, dat is toch een goede zaak?

“Uiteraard is dat netwerk bijzonder nuttig. Zonder dat netwerk zouden we geen uitvoerende functies meer aanpakken. Maar helaas is het evenwicht zoek. En dit leidt tot overprikkeling, stressklachten en een verminderde levenskwaliteit. Als je bijvoorbeeld helemaal in beslag genomen wordt door je onlinenetwerk en gefocust bent op een bepaalde taak, vergeet je misschien de verjaardag van je partner of – veel gevaarlijker – vergeet je dat je niet alleen in de auto zit. Ieder jaar horen we in het nieuws dat kinderen overleden zijn, omdat ze per ongeluk achtergelaten werden in een hete wagen.”

Maar ook voortdurend offline gaan heeft waarschijnlijk zo zijn nadelen?

“Jazeker, stel dat je nu tijdens de zomermaanden met de wagen op vakantie gaat naar Normandië. Uiteraard ben je niet de enige Vlaming met dat idee en dus sta je al snel in de file. Doordat er minder prikkels zijn, begin je te mijmeren. Dat is natuurlijk allesbehalve veilig, een ongeval loert dan om de hoek. Het ene netwerk is niet beter dan het andere. Op sommige momenten is het belangrijk online en gefocust te zijn, op andere momenten kan je offlinebrein goud waard zijn. En ons brein kan dankzij het schakelnetwerk perfect switchen tussen alleen ‘hier en nu’ gefocust zijn en dan weer rustig wegmijmeren.”

Het komt er dus op aan een goede balans te vinden tussen beide netwerken?

“Dat klopt en vermits we al veel te vaak online zijn, moeten we ons offlinebrein wat vaker activeren. Probeer dus je nachtrust te verzorgen, beperk je stress en vermijd piekeren, werk taken af, zodat ze je onlinebrein niet blijven triggeren, zorg goed voor jezelf op levensveranderende momenten bijvoorbeeld na een verhuizing of het overlijden van een geliefde, probeer op een positieve manier in het leven te staan en blijf geloven in groei en verandering, zowel bij jezelf als bij anderen. En uiteraard kunnen ook ontspanningsoefeningen en meditatie je helpen om sneller naar het offlinebrein te schakelen. Je zal merken: je zal ervan genieten. Lang leve de verveling en het offlinebrein.”

‘Rust voor je brein’ van Luc Swinnen werd uitgegeven bij Lannoo en kost 19,99 euro.

Afbeelding