Afbeelding
Depressie is meer dan een breinziekte

Depressie is meer dan een breinziekte

Gelukkig gezond

Depressie is een erg menselijke aandoening: ze raakt de mens in zijn hele bestaan. In tegenstelling tot andere hersenaandoeningen die ook bij dieren ontstaan, zijn aandoeningen van de psyche door en door menselijk. Zo ook depressies, de meest voorkomende onder de psychische aandoeningen.

Depressie is méér dan een breinziekte. Het zijn niet ‘onze’ hersenen die denken, maar wij, als mens. Natuurlijk doen er zich meetbare veranderingen voor in ons brein, maar depressie daartoe verengen, is wetenschappelijk onverantwoord. Het is een zeer diepgaande aandoening die op het hele leven ingrijpt.

Mensen die depressief zijn, vallen helemaal stil. Er is verlies aan levensenergie. Er is ook verlies aan smaak en zin - letterlijk en figuurlijk. Mensen hebben nergens nog zin in. Sommigen hebben daar meer last van tijdens ‘het springen en het vallen van het blad’, zoals een volksspreuk het zo raak zegt.

Bij een echte depressie is gepaste medicatie sterk aan te bevelen en vaak noodzakelijk. Er is zowel over- als onderdiagnose van depressie. Het vraagt professionele expertise om de juiste diagnose te formuleren. Maar medicatie alleen lost niet alles op. Komt daar nog bij dat de beste antidepressiva pas na drie tot vier weken toediening werken. Depressie is een diepgaande crisis waarin mensen zich vragen stellen over de zin van het leven - en van hún leven.

Het is van groot belang dat zij zich gesteund voelen door hulpverleners, zowel familiale als professionele, die naar hen luisteren en hen voldoende tijd schenken. Het gebeurt dat de patiënt zelf aanvoelt dat dit niet volstaat. Dan kan psychoanalyse opgestart worden. Er leven veel vooroordelen tegenover psychoanalyse, maar de huidige psychologische wetenschappen zijn totaal anders dan vroeger. Iemand met depressie heeft altijd behoefte aan de nabijheid van een hulpverlener die vakkundig met hem praat.

Een mens met depressie lijdt op zowat alle vlakken: fysiek, psychisch, sociaal en existentieel. En wel in die mate dat hij zich vervreemd voelt van zichzelf en van de wereld. Er bestaan vast en zeker gradaties, maar ‘een depressietje’ bestaat niet. Je kan down zijn, omdat je ergens gefrustreerd over bent, of omdat je je ontslag hebt gekregen, maar dat is geen depressie. Wij spreken hier over wat het is om echt depressief te zijn. Soms komt daarbij het gevaar van suïcide om de hoek loeren. Patiënten hebben een plek nodig waar ze op verhaal kunnen komen en het is van levensbelang dat ze zich gehoord voelen. Het is aan de hulpverlener om zich daarvoor zo ruim mogelijk open te stellen.

Als besluit mag je stellen dat echte depressie zeer ernstig moet genomen worden en dat, naast een aangepaste, specifieke medicatie, de depressieve mens altijd een hulpverlener - familiaal én professioneel – bij zich moet hebben om naar hem te luisteren en met hem te praten. Niemand hoeft zich beschaamd of vernederd te voelen als hij of zij, in het uiterste geval, bijvoorbeeld tot drie keer per week op de sofa van een psychiater ligt. Gelukkig is ook de goegemeente heden ten dage van mening veranderd en wordt iemand die een psycholoog, therapeut of psychiater bezoekt niet meer als gek beschouwd.